Iedere IBS is er één te veel

terug

Projectleider preventie IBS Esther Tetteroo wil het aantal IBS-opnames drastisch verminderen

Als we de zorg haalbaar en betaalbaar willen houden voor mensen die het echt nodig hebben, moeten we dingen anders organiseren. Onder die noemer zijn een aantal projecten uitgezet; onderwerpen in de zorg die we graag anders georganiseerd zouden zien. Eén van die projecten is Preventie IBS. Projectleider is Esther Tetteroo, specialist dementie en ouderenzorg. Zij vertelt wat het project inhoudt.

‘IBS (in bewaringstelling) gebruiken we als laatste redmiddel bij mensen met psychogeriatrische problematiek als er een acute onveilige thuissituatie ontstaat. Als niets anders meer helpt, kunnen we een cliënt dan toch opnemen, ook al verzet die zich ertegen’, legt Esther uit. ‘Maar zo’n IBS is een drama voor alle betrokkenen. Voor de cliënt zelf, die de wereld toch al niet meer begrijpt, en voor de naasten, die geen andere uitweg meer zien dan deze extreme oplossing. Het is ook schrijnend voor de hulpverleners. Zij krijgen zelden met zo’n situatie te maken, maar moeten wel steeds op stel en sprong handelen. Er moeten ook altijd bedden en personeel beschikbaar zijn voor het geval er iemand in zo’n crisis belandt. En dat met de schaarste waar we nu mee te maken hebben. Dat maakt het van allen kanten heel heftig en complex.’

Helaas blijkt een IBS steeds vaker nodig. Het aantal gevallen is in 2022 in Noordoost-Brabant met 35 procent toegenomen ten opzichte van het jaar daarvoor. ‘Dat getal moet drastisch naar beneden’, zegt Esther. ‘Iedere IBS is er één te veel en als het er ook nog eens meer worden, gaat er iets niet goed. Ons streven is nul IBS’en per jaar.’

Maar hoe zijn ze te voorkomen? ‘Meestal gaan er aan een IBS meerdere kleinere crisissen vooraf. Als professionals hebben we samen veel kennis en ervaring over hoe we die incidenten kunnen voorkomen. We moeten die alleen beter inzetten, bijvoorbeeld door beter te communiceren en samen te werken en de cliënten eerder in beeld te krijgen. Waar het aan ligt dat dat nu onvoldoende gebeurt, weten we nog niet. Met de werkgroep die 23 januari gestart is, willen we dat dit jaar boven tafel krijgen.’