Wat speelt er in de regio

terug

De voorstelling ‘Mag ik u kussen’ is een hart onder de riem voor zorgmedewerkers en vormt een startpunt voor het gesprek over veranderingen in het werk.

Mariëlle: “Deze voorstelling laat herkenbaar zien voor welke uitdagingen de zorg staat. Het wordt steeds minder vanzelfsprekend om zorg te krijgen en in de toekomst is de zorg niet meer zoals we nu gewend zijn. De zorgvraag en zorgzwaarte stijgen omdat de bevolking vergrijst en langer thuis woont, terwijl het personeelsaanbod juist kleiner wordt en de kaders waarbinnen we zorg verlenen krapper worden. Wat kan en mag je dan nog wel verwachten van de zorg? Wat blijven bewoners/cliënten of hun mantelzorgers zelf doen, hoe kun je elkaar daarin versterken en hoe ga je met elkaar om? Kortom: hoe vorm je samen een goed werkend team rondom de bewoner?

Ik werd geraakt door het kijkje in de belevingswereld van een leerling. In een scène verlaat een jong meisje de zorgorganisatie waar ze als leerling is binnengekomen, mede omdat ze niet goed begeleid wordt en het menselijke/sociale aspect te weinig aanwezig is, vooral door tijdgebrek. Je ziet haar worsteling en ook die van haar begeleider die eigenlijk op drie plekken tegelijk moet zijn. Hoe blijven ze nog oog houden voor elkaar als de druk zo groot is? Ik hoop dat we als sector mensen zoals deze leerling optimale begeleiding kunnen geven. En ik ben ervan overtuigd dat als we nog meer oog voor elkaar kunnen hebben als persoon, dat bijdraagt aan het behoud van zorgmedewerkers. Want medewerkers werven is één ding, behouden is zeker zo belangrijk.

Bij Sint Anna Boxmeer vinden we het belangrijk dat alle lagen van de organisatie deze voorstelling zien. We hebben iedereen gestimuleerd om te gaan. Er was ook een nagesprek over wat bezoekers meenemen uit zo’n theaterstuk. Die gegevens worden verzameld en met ons gedeeld. Wat daaruit komt koppelen we aan de landelijke campagne voor de zorg van morgen ‘Hoe dan?’. We blijven met behulp van campagnemiddelen vooral met elkaar in gesprek over de vraag hoe we dingen anders kunnen organiseren.

Zelf vond ik dat de verschillende betrokkenen treffend zijn neergezet, een bewoner, mantelzorger, diverse zorgmedewerkers, het systeem. Het stuk is bedoeld als een soort schreeuw: wat gaan we in de toekomst doen? Maar het geeft ook hoop en vertrouwen. Er zijn aanknopingspunten voor goede zorg in de toekomst waarbij iedereen invulling kan geven aan een bepaalde taak.”